Page 7 - SB 2021-03
P. 7
Column
Uit het dagboek van een gepensioneerde
Plots doet WhatsApp het niet meer. En Facebook niet. Zelfs Instagram
laat het afweten.
De eerste uren wordt er in ons huis vooralsnog lauw gereageerd op
deze gedwongen inperking van met name mijn eega’s communicatie-
behoefte. Maar naarmate de storing langer aanhoudt, ontstaat bij haar
een apocalyptisch gevoel. Alsof een hogere macht aan de touwtjes
trekt en ons de afgrond in wil duwen. Een soort communicatieve 9/11.
Een goed moment om te reflecteren hoe afhankelijk we zijn geworden
van het gemak van sociale media. Bij ons vooral WhatsApp voor het
contact met (klein)kinderen en vrienden. En met elkaar. Want WhatsApp
heeft zich ook een vaste plaats verworven in de communicatie met mijn
eega.
Als zij in haar atelier kunstzinnig bezig is en ik elders in huis wat aan het
klungelen ben, communiceren wij via WhatsApp. Als zij in de tuin ligt te
zonnen en ik de zon angstvallig van mijn huid houd, communiceren wij
via WhatsApp. Soms gebruiken we zelfs WhatsApp om onze mening te
ventileren over een tv-programma dat we samen bekijken. Een relatie
van weinig woorden maar wel veel appjes dus.
Tijdens de recente storing lijken de oude tijden weer terug te keren. Als
ik straks wil weten hoe het haar in haar atelier of in de luie stoel in de
tuin vergaat, moet ik er weer gewoon heen en vragen ‘hoest’? Voor
degene die het Brabants niet beheerst, dit is geen aanmoediging tot
het verwijderen van vervelende slijmresten uit bronchiën of keel, maar
een dialectische samentrekking van ‘hoe is het’.
En ongetwijfeld volgt daar dan, als vanouds, een gesprek uit voort.
Rond twee uur ‘s nachts, in bed, meldt mijn eega blij dat alles weer in
de lucht is. Het contact met de wereld is hersteld. Die melding is
verbaal, niet via WhatsApp.
Nog even niet helemaal terug naar normaal.
JOEP
(NAAM BIJ DE REDACTIE BEKEND)
7